Dag 28 Vervolg 'wrok' - spite - (dag 27) gedachten en gevoelens, zelfoprecht bekeken.
Ik realiseer me dat ik in mezelf als mezelf eenheid en
gelijkheid kan creëren als ik de illusie doorschouw dat een ander die mij in
mijn beleving iets aandoet, iets dat ik aanvaard en toegestaan heb, in wezen
ook al de wens en het verlangen naar eenheid en gelijkheid in zich meedraagt. Dat ik niet zie, vanuit mijn gewaarzijn en wrok gevoelens en de ander veroordeel in de momenten dat ik vanuit mijn 'illusies' een ander benader en
beoordeel. In wezen is iedereen eenheid en gelijkheid voorbij aan gewaarzijn en subjectieve interpretatie.
Ik stel me voor dat ik aangevallen wordt. Iets waartegen ik
mezelf verdedig. Mijn kwetsbaarheid is in het geding dus die aanval roept iets
op in mij waartegen ik mezelf wil verdedigen. In mijn kwetsbaar zijn wordt ik
uitgelachen, wat ik ervaar als aanval op mijn loyaliteit en gehoorzaamheid naar
mijn ouders toe. Die hebben mij de boodschap mee gegeven van huis uit dat ik
ouderen dien te gehoorzamen. Ik dien gehoorzaam te zijn aan een autoriteit buiten
mij. Een mens (de juf) die mij dient te beschermen tegen aanvallen van buiten,
valt mij nu aan met haar lachen, laconieke houding en haar onverschilligheid.
Want zo heb ik geleerd 'ongehoorzaamheid mag niet'. Want iemand
die ouder is en gezag heeft, dominant is, ouder is, verantwoordelijk is, die
weet hoe het hoort. Daarom dien je gehoorzaam te zijn. In mijn naïviteit ging
ik hier vanuit. Want wat ik geef: ‘als ik eerlijk ben, gehoorzaam en loyaal’ -
dan ben ik veilig. Ik heb vertrouwen geschonken en durf spontaan, enthousiast,
open en vol vertrouwen te zijn in contact met anderen. Maar omdat ik niet ‘gehoorzaam’
krijg ik straf.
Wat ik wil is harmonieus,
vredig en me rustig voelen. In eenheid met en in mezelf in HIER zijn. Doordat
ik me waakzaam en alert gedraag in het contact met anderen vergeef ik, ‘ik-geef-weg’
mijn verlangen naar harmonie en me vertrouwd voelen. Maar welke boodschap geeft
een ouder aan zijn kinderen mee om er zomaar vanuit te gaan dat zijn kroost
gehoorzaam moet zijn aan het gezag van ouderen?
Of gehoorzaam zijn aan anderen?
Gehoorzaam zijn heeft nogal een lading gekregen in mijn
leven. Ik geef ge-hoor-aan ‘dat wat anderen mij opdragen’. Iets wat zij van mij
verlangen – ik geef hieraan gehoor - volgzaam kijk ik toe- ik wacht af – ik ben
passief – ik bewaak niet mijn grens en wens – ik verkwansel mijn integriteit –
ik zwijg en stem toe. Ik slik mijn behoefte aan veiligheid in – laat toe dat
anderen mij vernederen.
Omdat ik de goede vrede wil bewaren, stem ik toe, pas
me aan en die ander fladdert verder, omdat ik mijn grens niet communiceer. Mijn
grens die harmonie en vredig samenzijn wil. Zich vertrouwd en gewaardeerd wil
voelen. Aandacht en koestering krijgt voor zijn zijn in HIER, waarin geen
veroordeling leeft. Maar in ieder mens schuilt het goede. Zo denk ik nog
steeds.
In mijn gewaarzijn, waarvan ik mij gewaar werd in het
contact met de juf, was dat ik op voorwaarde,als ik gehoorzaam aan haar verwachting,
ik wel naar binnen mag. Wel mee mag doen met de sinterklaas viering.
Plezier
vieren. Plezier hebben. Lachen om fijn hebben samen. Lachen om humorvolle
grapjes. Ik krijg aandacht voor plezier hebben, samen met anderen, me veilig en
vertrouwd voelen in het bijzijn van een groep mensen. Mijn angst die ik uit dit
feit heb gecreëerd, was in combinatie met mijn verlegenheid aanleiding voor
heel wat problemen later. Ik voelde me onveilig. Onveilig om mezelf te laten
zien uit angst voor afwijzing en op voorwaarde dat, als ik gehoorzaam, mag ik
er zijn. Ik word gezien ook als ik afwijk van dat wat een ander vind.
Ik vergeef mezelf toegestaan en aanvaard te hebben dat ik op
voorwaarde dat ik doe wat een verwacht word beoordeelt, heb toegestaan en aanvaard
van een ander. Dat mijn kijk zo is opgebouwd
is mijn gewaarzijn.
Ik vergeef mezelf toegestaan en aanvaard te hebben dat plezier hebben onveilig is. Dat ik vooraf
vanuit de veronderstelling al beweeg, ‘IK krijg kritiek’ – wordt negatief
beoordeeld, geëvalueerd en uitgelachen door anderen.
Ik vergeef mezelf toegestaan en aanvaard te hebben dat ik
mijn angst voor onzekerheid en angst jarenlang heb verdoofd met alcohol.
Ik vergeef mezelf toegestaan en aanvaard te hebben, de
illusie die weerstand creëert - waar in de plaats ik mezelf in mezelf iets
anders wens – leef als gewaarzijn en plaatje, de informatie die deze weerstand
activeert.
Ik vergeef mezelf toegestaan en aanvaard te hebben dat ik
anderen die in mij weerstand oproepen beoordeel voorbij aan harmonie en vredig
samenleven, levensvormen zoals we allen in wezen eenheid en gelijk zijn,
veroordeelt en binnen mij toegestaan en aanvaard heb.
Ik vergeef mezelf toegestaan en aanvaard te hebben dat mijn
verwrongen gewaarzijn gedachten die mijn levensgeluk in HIER in de weg staan,
heb toestaan te leven, als in mezelf van mezelf.
Reacties
Een reactie posten